BEREIDING

1. Giet 250 ml. kokend water over de porcini.
2. Begin ondertussen met de béchamelsaus, breng de melk met de ui, de laurierblaadjes en de peperkorrels aan de kook en haal dan van het vuur om 30 minuten te laten trekken.
3. Bak vervolgens de champignons in batches, kruid ze met zout en peper en voeg de gehakte peterselie en de gehakte porcini toe (bewaar het vocht voor later).
4. Verwarm de oven voor op 200C. Rooster de boerenkool met wat olijfolie, zout en peper 5 minuten in de oven.
5. Maak vervolgens de roux voor de béchamelsaus. Smelt 50 gr. boter of olijfolie in een pan, voeg de bloem toe en laat een paar minuten bakken, blijf roeren. Het is belangrijk dat de bloem gaar is. Je kunt dit testen door de roux tussen je vingers te wrijven, het moet zanderig aanvoelen.
6. Haal dan de pan van het vuur en laat afkoelen in de koelkast (zonder deksel). Het is belangrijk dat of de roux of de melk helemaal koud is en de andere heet. Zeef de melk en voeg de melk langzaam toe aan de roux. Blijf kloppen om klontjes te voorkomen. Breng vervolgens de béchamelsaus weer aan de kook, blijf roeren gedurende een paar minuten om de saus in te dikken. Voeg het porcinivocht, het champignonmengsel, de geroosterde boerenkool en het citroensap toe en breng goed op smaak!
7. Voeg een scheutje olijfolie toe aan een ovenschaal en begin laagjes te maken. Begin met de (pompoen)pastavellen met een snufje chilivlokken, dan de saus, dan een laagje parmezaan en ga zo door. Strooi er als laatste wat parmezaan, zout en peper over en bak het geheel 30-40 minuten in de oven.